De kunst van het weer beginnen met roken.

Het einde van het jaar nadert zegt mijn agenda. Veel mensen maken zich op voor de goede voornemens. Zoals: ik ga niet meer alles in een pan mieteren maar ik ga iets volgens een recept koken uit Elle Eten. Of: ik ga mijn partner niet meer zomaar slaan maar gerichter. Op nummer 1 van goede voornemens staat het stoppen met roken. Mijn rookverleden begon met shag, af en toe vermengd met hash zoals het een kind van de jaren zeventig betaamt. In die tijd waren er nog geen coffeeshops. Je kreeg via via een vaag adres met de mededeling dat de Rode Libanon was aangekomen en je haalde een bescheiden taartpuntje. Omdat het beloofde effect volkomen uit bleef verwaaide die aandrang. Daar kwam bij dat ik geen aanleg bleek te hebben voor inhaleren. Ik ging pijp roken. In tegenstelling tot de sigaret bouw je een band op met de pijp. Hij blijft trouw en vergaat niet van ashes to ashes. Het verhoogt het luistervermogen want de pijp dooft als je teveel gaat terug praten. Gehuld in een mysterieuze wolk van aromatische geur luisterde ik en wekte de indruk dat ik diep nadacht. Ik rookte pijp tijdens vergaderingen, sollicitatiegesprekken en op crematies. Sterker nog: ik werd lid van een Engels pijpgenootschap waar ik maandelijks een tijdschrift van mocht ontvangen. Met de intreding van het anti-rookbeleid werd het pijproken al snel een onhandige gewoonte die in rook opging. Zeven jaar heeft de pijp mij, werkeloos, vanuit de asbak verwijtend aangekeken. Totdat ik een pakje pijptabak kreeg van vrienden die het was ontgaan dat ik niet meer rookte. Als dank voor dit attente gebaar stak ik een pijp op. Sindsdien horen we weer bij elkaar. Niet in de publieke ruimte maar in de intimiteit van mijn eigen omgeving. En die omgeving reageert erg enthousiast. Zo kennen we je weer ! He, gezellig steek nog eens een pijp op ! Moraal van het verhaal: Bij het uitvoeren van goede voornemens is het belangrijk dat je gesteund wordt door je naasten.